Als een plotselinge windvlaag is hij daar ineens. Energiek en met haastige pas loopt hij tussen de glanzende wagens mijn kant op. Grijs pak, leren veterschoenen, wit overhemd, bovenste knoopje los.
Wat mij deze keer aan hem opvalt: er staat een diadeem op zijn kale hoofd.
Joviaal als hij is begroet hij me en komt naast me zitten.
Ik bijt niet eens op mijn lip: Joh, heb je een nieuwe diadeem?
Hij schiet in de lach.
Of ik zijn bril bedoel.
Oh, hij is er zo blij mee!
Tien meter verderop leest hij het kenteken van een glanzende grijze Audi A7. Mét bril. En steekt van wal:
“Dichtbij helpt de bril juist níet. In contact met de klant, op mijn computer kijken, offertes tekenen, dat is allemaal beter zonder bril.”
Hij geeft toe, dat voorspelde de dame in de optiekwinkel ook.
Goed advies gehad dus. Ze was ook erg aardig volgens hem.
Toch ging hij het ‘eerst zo proberen’.
En zo komt het dat, als ik zit te wachten op nieuwe banden, hij dus rondloopt met een bril op zijn voorhoofd in plaats van op zijn neus.
Dit praktijkvoorbeeld doet me denken aan het wijntje wat me onlangs is aangeboden. De inzet van zo’n zelfde ‘ik-ga-het-eerst-proberen-actie’ in mijn winkel.
Dat het in beide gevallen een heer betreft zie ik als puur toeval.
De charmante man zei me nog: ‘ik gebruik het leesdeel volgens mij niet’. Mijn advies werd afgekocht met de belofte van een wijntje op het terras als het tegendeel bewezen werd.
Dat bewijs is inmiddels geleverd, het wijntje komt nog.
Voor mij zijn deze zelfstandige keuzes helemaal oké. Zoals ook met andere zaken in het dagelijks leven, als je eerst ontdekt wat niet werkt dan kom je vanzelf dichter bij de juiste oplossing.
Betreft die bril op je voorhoofd, binnen no time schaf je hetgeen aan wat wél bij je past. Is je opticien ook weer blij. 😉