“Mijn vrouw ziet de verkeersborden eerder dan ik. En ik heb nota bene een bril op! Dus wil je mijn ogen even meten? Ik heb een sterkere bril nodig!”
Meneer de Laat is geen uitzondering. Dit hoor ik geregeld. Het verzoek om een sterkere bril, om beter (lees: scherper) te kunnen kijken. Maar dat kan niet altijd.
Het oog is als een fotocamera met miljoenen pixels. Megapixels!
Het netvlies heeft heel veel ‘ontvangertjes’, ofwel sensoren. Die zorgen ervoor dat wij kunnen ZIEN. Het is een geweldig ingenieus systeem. Maar simpel gezegd: die sensoren zijn als de pixels van een fotocamera. Zij leggen vast waar je naar kijkt.
Het aantal pixels bepaalt de beeldkwaliteit.
De aanwezigheid van een bril of contactlenzen zorgt er voor dat het beeld exact op het netvlies valt. Op de ‘ontvangertjes’ dus. Echter de hoeveelheid hiervan zorgt voor de werkelijke beeldkwaliteit.
Met een fotocamera zoom je in op een voorwerp, zie dat als het brillenglas. Vervolgens zorgt de hoeveelheid pixels van de camera voor een bepaalde beeldkwaliteit van de foto. Oftewel, het aantal sensoren in het oog bepaalt de kwaliteit van het kijkvermogen.
Meer pixels, beter ZIEN.
Er bestaan verschillende oogaandoeningen waardoor de sensoren in het netvlies stuk of beschadigd raken. Een voorbeeld is macula degeneratie. Door oogartsen ook wel ‘slijtage van het netvlies’ genoemd. Dit komt meestal voor op oudere leeftijd. Als de ‘ontvangertjes’ stuk zijn, helpt een sterkere bril niet meer.
Ook met gezonde ogen kan het dus zijn dat je naast iemand in de auto zit, die de verkeersborden eerder kan lezen dan jij. Of je nu wel of geen bril draagt. Wil je zeker weten of je beter zou kunnen zien? Laat dan je ogen eens meten door een opticien of optometrist.
Meneer de Laat vindt het stomvervelend dat zijn vrouw de borden eerder ziet dan hij. Maar of dat nu alleen iets met zijn ogen te maken heeft om meer met zijn karakter, dat laat ik in het midden.